Voor kinderen is co-regulatie essentieel.Als ouders met aandacht luisteren naar wat een kind beleefd heeft, wat het daarbij voelt, empathie daarvoor toont en de emotie benoemt, leert een kind deze te herkennen. Door uit te spreken wat de ouder waarneemt, ‘Ik zie dat je verdrietig bent’, leert het kind wat verdriet is en hoe dat voelt. Hetzelfde geldt voor plezier, boos, gefrustreerd, bang, etc.Doordat de ouder niet afwijzend reageert maar met aandacht bij het kind blijft leert het dat het oké is om deze emoties te voelen én te tonen.Zelfs een baby voelt dit al haarfijn aan doordat zijn overlevingsinstinct op de achtergrond meekijkt, zelfs zonder het vermogen van woorden. Op gevoelsniveau voelt de baby aan wat er gezegd wordt.Op deze manier leert het kind hoe de verschillende emoties in het lijf voelen, dat je die mag tonen en dat de ouder dan nog bij je blijft ook; zijn emotie (en daarmee voor het kind zijn geheel) niet afwijst. Het kind voelt de erkenning en het begrip van de ouder en zal zich veilig voelen, waarmee de kans vergroot wordt dat het zijn emoties met de ouder blijft delen, ook wanneer hun leven in de pubertijd op zijn kop staat.Helaas loopt de emotionele ontwikkeling bij veel kinderen anders. Moet het ‘doorzetten, niet piepen’; voelt het de afwijzing.